Spin-off van Samoerai over de jeugd van Takeo. Tekenaar Vax (De Orde van de Drakenridders) schreef op scenario van Jean-François Di Giorgio ook al de Oosterse reeks Senseï.

“De staart van de Draak-Slang, die aan de basis ligt van een heleboel mythes, waaronder die over het ontstaan van de wereld, is verdwenen. Onze jonge Takeo krijgt van meester Kazé de opdracht hem terug te vinden. Hij neemt het op tegen een hoop Yokai, waaronder ook een van de oudste wezens van Japan. Tegelijk moet hij ook zijn vriendin Eïko, op wie hij stiekem een oogje heeft, behoeden van een vreemde vloek die haar boven het hoofd hangt…”

Het tweeluik Gebed tot de Sterren is gebaseerd op een onvoltooide, vernietigde film van Marcel Pagnol om collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog te voorkomen. Het romantische verhaal met weerhaken kent een dramatisch verloop.

“Dominique, een zakenman uit Lyon, is verliefd op Florence, een actrice in wording. Maar Dominique, die geconfronteerd wordt met de koppigheid van de vrouw met wie hij wil trouwen, onthult dat hij haar vorige films heeft gefinancierd om haar in staat te stellen haar hartstocht uit te leven en geeft aan dat hij geen verdere opnames zal betalen. Ontredderd door dit nieuws, maar vastberadener dan ooit, weigert Florence Dominiques huwelijksaanzoek. Dan ontmoet ze Pierre, een jonge muzikant. Ze wordt op slag verliefd op hem en vlucht met hem naar Cassis.”

Oorlogscrimineel is het vervolg op Oorlogswijn, maar beide delen kan je los van elkaar lezen. In dit verhaal moet Ferdinand boeten voor wat hij in het vorige album heeft gedaan. Weg van het oorlogsfront krijgt hij in Oorlogscrimineel te maken met een ander soort mede- en tegenstanders in een verhaal dat wat doet denken aan de verfilmde roman Papillon.

“Na zijn tegenslagen in de loopgraven belandt Ferdinand Tirancourt in het bagno van Cayennes. Hij moet er een lange en definitieve straf uitzitten bij andere weerspannigen wier dagelijks leven hij moet delen. Hij wordt naar het verschrikkelijke boskamp van Charvein gestuurd dat voorbehouden is voor keikoppen. Een bewaker kan hem niet luchten en hij schept er genoegen in Ferdinand te pesten. Dat is echter niet wat Ferdinand het meest verontrust. Er is een andere, vreemde en stille gevangene die zijn kleinste bewegingen lijkt te bespieden.”

Met het laatste oude verhaal van Turk en de eerste van tekenaar Bédu, nog allemaal op scenario van Bob de Groot.

“Clifton in Hollywood! Kolonel Clifton is een echte ster! Een journalist komt hem interviewen over zijn eerste onderzoek. Hij zat toen nog op school tussen allemaal leerlingen van goede komaf. En zijn speurderskwaliteiten zijn er door de jaren niet minder op geworden, want nu moet hij een van zijn verkenners redden uit de handen van ontvoerders, en vervolgens een uiterst complex raadsel oplossen dat veroorzaakt werd door… gele tulpen! Clifton is zeker uniek in zijn soort. Geen wonder dat Hollywood een film over zijn leven wil maken, en hij stemt toe om de adviseur te zijn, in voor- en tegenspoed. Deze vierde integrale bundelt de albums Kidnapping, Uit de Oude Doos, Geheugenverlies en Laatste Voorstelling. Net zoals de vorige delen verschijnt ook dit boek met een geïllustreerd dossier over de reeks en haar auteurs.”

Van deze reeks verschenen in 2016 en 2017 drie vertaalde albums bij Strip2000. Silvester pikt de reeks nu op in gebundelde edities met telkens drie verhalen per integrale van elk 144 pagina’s. De inhoud van de tweede integrale bevat dus niet eerder vertaalde verhalen. De Franstalige reeks telt inmiddels negen delen, oftewel het equivalent van drie integrales. Van de eerste twee integrales is ook een voordeliger geprijsd pakket beschikbaar tegen 69,90 euro in plaats van 79,90 euro.

Tekenaar Jean-Luc Delvaux heeft nog gewerkt aan de reeks Michel Vaillant. Hij voltooide in 2018 ook het tweede Paul Panter-avontuur van Maurice Tillieux. Van scenarist Thierry Dubois is zijn reeks Merlu, eveneens door Silvester uitgegeven, niet te versmaden.

“Jacques Gipar, de bekende verslaggever van de ‘France Enquêtes’, het belangrijkste dagblad van de jaren vijftig en zestig, laat nooit een kans voorbij gaan om zich met de meest riskante onderzoeken bezig te houden. Vaak vergezeld door Petit-Breton, een sympathieke schelm die goed thuis is in de onderwereld, verplaatst hij zich over de Franse snelwegen, aan het stuur van iconische auto’s, die echter vaak na gebruik niet meer in al te beste staat verkeren. Langs de Nationale 7 zal hij onder andere het pad van de Pinardier-bende kruisen, de plannen van de angstaanjagende Kapucijnen dwarsbomen en zelfs de rol van chauffeur spelen voor Lucky Luciano…”