Wat krijgen we nu? Na zeven jaar verschijnt eindelijk het laatste deel van de dolkomische sprookjesreeks Garulfo. Intussen is tekenaar Bruno Maïorana gestopt met het tekenen van strips omdat hij ontgoocheld raakte door het gebrek aan respect en inkomsten uit de sector, maar hij zou nu toch weer bezig zijn met een gloednieuw project. Scenarist Alain Ayroles liet zich daarna meermaals opmerken, bijvoorbeeld met het one-shot Het Goud van de Zwendelaar, getekend door Juanjo Guarnido. Arboris heeft ook deel 10 van Sabels en Galjoenen in productie genomen. Dat album verscheen in 2012 al in het Frans. De reeks is inmiddels afgelopen na deel 12. de delen 11 en 12 vormen samen een prequeltweeluik over het konijn Eusebio, wellicht een van de grappigste personages in stripland.

“Het is Garulfo en prins Romuald gelukt de kamer van prinses Hephylie te bereiken, hoog in de kasteeltoren, maar helaas staat niet de prinses, maar de geduchte Noémie hen op te wachten. Ze zitten in de val en hebben geen andere keus dan aan het toernooi mee te doen. Tegelijkertijd trekken de in het kasteel aanwezige ridders eropuit om prins Huon te wreken en het monster te doden, waar prinses Hephylie inmiddels vriendschap mee heeft gesloten. Het monster besluit te vluchten, maar neemt daarbij de prinses mee…”

“Picasso, Van Gogh en Duchamp: het zijn kunstenaars die de kunstgeschiedenis hebben bepaald. Maar in diezelfde tijd waren er belangrijke vrouwelijke kunstenaars die vaak zijn vergeten. Ze waren soms de muze van een mannelijke kunstenaar, maar vaker nog hun eigen muze. Stuk voor stuk vrouwen die zo vrij mogelijk leefden en vochten voor wat ze belangrijk vonden, niet bang om zich aan de norm te ontworstelen. Hun werk en hun levensverhalen zijn van even grote betekenis geweest voor de kunstgeschiedenis als voor de emancipatie van de vrouw. Ze behandelden thema’s die vandaag de dag nog steeds actueel zijn: gender, seksualiteit, moederschap, racisme en feminisme.

Ik Ben mijn Muze is een visuele ode aan acht eigenzinnige vrouwelijke kunstenaars waaronder Frida Kahlo, Charley Toorop en Artemisia Gentileschi. Zij vormen de ongeziene kant van een kunstgeschiedenis waarvan de belangrijkste iconen altijd mannen zijn geweest.”

Tussen 2002 en 2005 gaf Arboris de prachtig vertelde reeks Peter Pan (opnieuw) uit nadat Talent die in het Nederlands was begonnen. Nu komen Peter Pan, kapitein Haak en de vele kleurrijke figuren uit het werk van hun bedenker James Matthew Barrie terug, aangevuld met Loisels theorie over Jack The Ripper (hem ingefluisterd door Pierre Dubois) in een integrale uitvoering in twee delen met een dossier vol schetsen, niet eerder verschenen tekeningen en informatie over de stripreeks en Loisel.

“Peter Pan wordt algemeen beschouwd als een meesterwerk van Régis Loisel. Het werd dan ook hoog tijd voor een integrale uitgave van deze stripreeks! De geweldige bewerking die Loisel maakte van het alom bekende boek van James Matthew Barrie maakt optimaal gebruik van de extra mogelijkheden die het medium stripverhaal biedt ten opzichte van een geschreven roman. Loisel schildert eerst een pakkend beeld van het Dickensiaanse Londen en neemt ons dan mee naar het sprookjesachtige eiland waar de meeste verdere avonturen zich zullen afspelen en de lezer raakt direct de dromerige wereld ingezogen die Loisel ons schildert.”

“Twee dappere ridders, de ene een vos, de andere een wolf, ontdekken dankzij een kaart in een fles het bestaan van een fabuleuze schat. Tijdens hun reis erheen komen ze, samen met hun kameraad, het konijn Eusebio, zelfs op de maan terecht! Na de zware slag met de legers van prins Jan is het nu tijd terug te gaan naar de aarde, maar dat gaat niet zomaar, er staan de heren nog heel wat hindernissen te wachten…”

Met dit tiende deel van deze prachtig getekende reeks vol dubbele bodems en knipoogjes naar bekende toneelschrijvers wordt de hoofdreeks afgesloten. Er volgen echter nog twee delen over de verdere avonturen van Eusebio.”

Deze gloednieuwe spin-off van Asterix verschijnt in het zog van de 3D-geanimeerde tekenfilmreeks rond het bekende hondje Idefix. De strip is getekend door Jean Bastide (Bollie & Billie) en Philippe Fenech (BFF’s) op scenario van vooreerst Matthieu Choquet, een van de schrijvers van de animatiereeks.

De animatiereeks bestaat uit 52 afleveringen. Daarin wordt Idefix in het jaar 52 voor Christus in de stad Lutetia gevolgd voordat hij Asterix en Obelix ontmoette. De stad, die later de naam Parijs kreeg, is bezet door de Romeinen… De hele stad? Nee! Een groepje onverzettelijke dieren (drie honden, een kater, een uil en een oude duif), geleid door Idefix, biedt weerstand tegen de Romeinse overheersers. Het valt niet mee voor de Romeinse generaal Labienus en zijn meute honden om de orde in de stad te handhaven. In het eerste stripverhaal dwingt een mysterieuze hik-epidemie de Romeinen tot een, jawel, lockdown van de stad. Idefix gaat hulp zoeken bij druïde Amnesix die in het bos woont, maar de Romeinen hebben beslist de druïde te ontvoeren. Het eerste album bestaat uit drie korte verhalen.

Bastide heeft ook de eerste cyclus van De Oorlog van de Sambers getekend, samen met Vincent Mézil. Verder tekende hij het tweeluik Notre Dame en verzorgde hij de inkleuring van onder meer Katanga, Witte Klauw en samen met Juanjo Guarnido het bij Uitgeverij L verschenen Het Goud van de Zwendelaar. Van zijn Franse landgenoot Fenech loopt enkel BFF’s, een gagreeks  over en voor meisjes, in vertaling. Scenarist Matthieu Choquet schreef ook mee aan de tekenfilmseries De Daltons, Lanfeust Quest, Miraculous: Tales of Ladybug & Cat Noir, Zak Storm, Sammy & Co, Lastman, Teen Crumpets en Popples.

Bastide en Fenech is officieel het derde tekenaarsteam dat een strip of geïllustreerd verhaal maakt sinds de in 2020 gestorven Albert Uderzo met het tekenen van Asterix stopte. Didier Conrad is de tekenaar van de reguliere reeks terwijl Fabrice Tarrin in 2018 het geïllustreerde leesverhaal Het Geheim van de Toverdrank tekende.