Na de eerdere hardcovereditie verschijnt het album nu ook als softcover. De gelimiteerde editie in zwart-wit is in hardcover met een extra schetskatern van 8 pagina’s.
“Nadat Tristan von Halsburg de troon heeft heroverd en de orde langzaam maar zeker terugkeert, realiseert hij zich dat hij niet geschikt is om het hertogdom te regeren. Hij wordt ‘s nachts geteisterd door de Lamiae, betoverende wezens die zijn ziel proberen te stelen in zijn slaap. Hij besluit zijn ‘vader’ uit de stam op te zoeken, want diep in zijn hart verlangt de ridder naar de ruigte en de avonturen van het woud waarin hij opgroeide. Daar ontwaakt er een vreemde angst in hem, die nog verontrustender is dan alle gevaarlijke gevechten die hij tot nu toe heeft uitgevochten…”
Met dit tiende complete verhaal wordt de oorlogsreeks afgesloten.
“1945. Het laatste offensief van het Reich in de Ardennen mislukt, de oorlog loopt op zijn einde en het is tijd om de balans op te maken. Zes maanden later, in de ruïnes van Berlijn, komt Cheryl, de enige overlevende van de groep vrienden die ze 15 jaar eerder op de Olympische Spelen van Berlijn had ontmoet, Marlene Dietrich tegen die nog één keer Lili Marleen zingt.”
“1692. Port Royal, Jamaica, de belangrijkste piratenschuilplaats in het Caribisch gebied. De jonge Ier Cormac Mac Leod trekt veel belangstelling. Hij wordt achtervolgd door de machtige Loa’s. Als hij zijn onontgonnen krachten wil ontdekken en beheersen, zal hij naar de Blue Mountains moeten trekken om ingewijd te worden in de voodoo magie. Cormac twijfelt. Zijn bemanning heeft hem gepromoveerd tot kapitein en hij wil hen niet in de steek laten. Maar daar kan de geheime ontmoeting met Kapitein Baron Trage Dood en zijn moeilijk te weigeren voorstel verandering in brengen. Van bovennatuurlijke wezens tot piraterij… sterke machten strijden met elkaar om niets minder dan Cormacs ziel.”
Met dit twaalfde deel wordt de tweede cyclus afgerond. De reeks is in het Frans inmiddels tot een einde gekomen na achttien delen.
“In dit laatste deel van de tweede cyclus vereniging alle Meester-Inquisiteurs hun kracht en magie om het Zwarte Huis, dat vastbesloten is om het land Oscitan over te nemen, te verslaan. Dankzij Bakael en Habner heeft de inquisitie het kruid Adonaïs en het heilig boek, de Bakal-Ephraïm. Met dit boek kan het kruid worden gebruikt om krachten te verlenen aan niet-magiërs die zich hebben aangesloten bij de rangen van de Meester-Inquisiteurs. Synillia zal binnenkort de eerste zijn die hiervan profiteert. Het is ook tijd voor nieuwe rechters naast Adrael. Ares bereidt zich voor om de hemelvaart van Orlias en Nikolai te vieren. Tegen deze achtergrond van voorbereidingen besluit de Zwarte Orde in actie te komen. Midden in de citadel…”
“Onder dwang opgesloten en meegenomen in een kooi door orks om verkocht te worden, beleeft Morogg dezelfde nachtmerrie steeds opnieuw. Elke keer als hij zijn ogen sluit, kijkt hij hulpeloos toe hoe zijn volk wordt afgeslacht. Omdat hij een leven als slaaf niet wil accepteren, doet hij het onmogelijke om te ontsnappen en neemt zijn medegevangenen mee. Opgejaagd door hun slavendrijvers, zinken ze steeds dieper en dieper in het moeras. Het gevaar is niet altijd waar je het verwacht… Of ze nu vluchten of achtervolgd worden, ze moeten allemaal het voorouderlijke kwaad trotseren dat in deze regio rondwaart.”
“In het woud van Torunn richt de kicha een ware ravage aan. De verslaafde elfen zijn nog maar een schim van zichzelf. Getekend door fysieke aftakeling ontvluchten ze realiteit. De keizer van Dumn stelt alles in het werk om zijn volk te overhalen om de Boselfen de oorlog te verklaren. Oghammeesteres Alorënn beseft welk gevaar boven hun hoofden hangt en zet alles op alles om de clans te verenigen, maar haar eigenwijsheid dreigt hen in een broederoorlog te storten. Ze krijgt onverwachte hulp van Ora, de voormalige eigenares van het groene kristal…”
Vervolg van de spin-off van Orbital. Sylvain Runberg is de scenarist van beide reeksen. De tekeningen van de spin-off worden verzorgd door Éric Chabbert, de tekenaar van Black Stone, Dokter Monge, Nova Genesis, De Oorlogen van Albert Einstein, Shadow Banking en Uchronie[s] – New Byzance.
“Confederaal gebied, jaar 2279. Kristina is een jonge clandestiene mens die gedwongen wordt te werken voor de galactische smokkelaars die haar illegaal hebben laten reizen. Ze zal moeten leren overleven op een onbekende planeet en haar plaats opeisen. Planeet Drenn. Midaluss, een enorme kuststad waar rijke buurten en buitenaardse sloppenwijken naast elkaar bestaan, niet zonder problemen. Geweld kan op elk moment uitbarsten, zonder waarschuwing. Het is hier dat Kristina en haar nieuwe metgezel, Zachary, besloten hebben om een carrière als dieven van luxevoertuigen te beginnen.
De enige oplossing voor een ambitieuze en onafhankelijke jonge mens die probeert te overleven in de onderwereld van de Confederatie: de bloedige ladder van de buitenaardse maffia beklimmen naar de top van de galactische onderwereld! ”
Deze reeks telt in het Frans al elf delen en stopt voorlopig nog niet.
“De geschiedenis van de 24 uur van Le Mans begint op 26 mei 1923 om 16.00 uur. Dit gloednieuw evenement, vijf jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog, wordt gecreëerd door de Automobile Club de l’Ouest. Het idee: de auto’s 24 uur lang non-stop tegen elkaar laten strijden om hun betrouwbaarheid en prestaties te testen.
Walter Owen Bentley, de jonge baas van het gelijknamige merk, neemt deel. Hoewel zijn piloten er niet in slagen om tijdens de eerste editie het podium te halen, is hij ervan overtuigd dat de race een groot technisch en commercieel belang heeft. Hij is dan ook van plan terug te komen met zijn Bentley Boys. Dit keer om te winnen.”
De twee slotdelen van de cynische misdaadreeks RIP verschijnen tegelijk. Ook de delen 1 tot 3 zijn herdrukt. Vanaf het begin sloeg de reeks goed aan bij ons publiek, dat het vrijgevig opnam in hun toplijstjes met beste strips van het jaar. Tekenaar Julien Monier en scenarist Gaet’s hebben maar liefst drie gezamenlijke projecten op stapel staan, waaronder twee romanbewerkingen. Lees er hier meer over.
Deel 5 volgt het verhaal van Fanette, die niet tot de brigade van de lijkenopruimers hoort. “Niemand hoefde er zijn vel bij in te schieten! Ons vel moet ervoor zorgen dat we niet oververhit raken, maar je moet je er wel goed in voelen. Ik heb me nooit goed in mijn vel gevoeld. Ik moet dan ook vaak in de huid van iemand anders kruipen… Het was niet mijn schuld! Verdomde kutzooi!”
“Londen, juli 1889. Enola onderzoekt de verbazingwekkende verdwijning van hertogin Blanchefleur del Campo in het metrostation Baker Street. Ondertussen spoort Sherlock wanhopig zijn zus op, want zij is de enige die de mysterieuze boodschap van hun moeder kan ontcijferen. Enola neemt de broers Sherlock en Mycroft op sleeptouw door de donkere delen van Londen om het raadsel op te lossen. Zullen de Holmes eindelijk hun vermiste moeder vinden?”
“Zeg nooit nooit, er zijn nu al zoveel albums… Ik heb geen zin om nog albums te maken uit automatisme. Het moet allemaal zinvol blijven.” Met deze woorden wond François Schuiten er vorig jaar geen doekjes om: hij maakt geen stripverhalen meer. Toch verscheen er nog een mooi A5-boekje van 128 pagina’s bij Rue de Sèvres, nu vertaald door Daedalus. Het heet Jim, tevens de naam van Schuitens hond, een Flat-Coated Retriever, waarvan hij afscheid moest nemen.
Na dertien jaar trouw gezelschap was het op voor de hond. Schuiten zette al zijn werk opzij en begon te tekenen, tientallen illustraties van Jim. Samen met korte teksten, alles in zwart-wit, leidde het naar het boekje. En omdat Schuiten praktisch nooit zonder hond het huis verliet, was hij ook gekend en geliefd bij vrienden en collega’s van hem. Achterin het album staat een half dozijn hommages van anderen, onder meer een tekening die de in 2021 overleden tekenaar en naaste collega Benoît Sokal van Jim eens had getekend. De hond komt trouwens ook voor in verschillende tekeningen van Schuiten, als knipoogje op de achtergrond, of integendeel nadrukkelijker als de hond van professor Mortimer in Schuitens Blake en Mortimer-one-shot De Laatste Farao.
“Gilgamesj heeft Enkidoe, zijn door de goden geschapen vijand, omarmd als een broeder. Na een uitbundig feest ter ere van hun vriendschap, besluiten de twee helden nieuwe uitdagingen aan te gaan en op avontuur te trekken om zo hun heldendaden te vermenigvuldigen en hun namen te laten vereeuwigen. Voor hun eerste missie moeten ze het opnemen tegen het weerzinwekkende monster Humbaba, de bewaker van het woud. Dit episch duel fascineert godin Isjtar. Wanneer Gilgamesj haar avances afwijst, heeft hij geen benul van de tol die hij hiervoor zal betalen …
Steven de Rie was jarenlang de assistent van Willy Linthout voor de stripreeks Urbanus. Hij inktte alle verhalen, tekende decors en figuren en letterde de teksten. Dat doet hij nog steeds voor Linthouts nieuwe stripreeks De Familie Super, die bij Bonte verschijnt. Deze uitgeverij geeft een nieuwe editie uit van Stevens handboek Striptekenen!, dat in 2020 een eerste keer bij Lannoo verscheen en inmiddels is uitverkocht. Steven geeft doorheen het land ook workshops striptekenen, die veel bijval kennen bij kinderen.
“Striptekenen is fantastisch, want alles kan! Wil je een spannend verhaal over reuzenslakken uit de ruimte? Dat kan! Wil je een mysterieus verhaal over een kat in je dorp? Geen probleem! Wil je een grappig verhaal over een piraat op een bromfiets? Uiteraard!
In dit boek leer je alles over:
Gezichten en lichaamsdelen tekenen
Dieren schetsen
Decors ontwerpen
Scenario’s schrijven
Tekstballonnen, lettertypes en geluiden gebruiken
… en nog veel meer!
Bedenk een leuk verhaal, teken jouw stripheld en ontwerp je eerste strip!”
Ger Apeldoorn is de grote bezieler van dit project om in 2023 nogmaals het legendarische, Nederlandse stripblad Pep te vieren dat in 2022 zestig jaar geleden voor het eerst verscheen. Het liep tussen 1962 en 1975. Apeldoorn schreef met het rijkelijk geïllustreerde De Jaren Pep al een meermaals herdrukt naslagwerk over Pep. De redacteur, die zelf is verbonden aan het huidige stripblad Eppo, schreef daarna ook De Jaren Eppo. Eppo ontstond uit het samensmelten van de twee striptijdweekbladen Pep en Sjors.
Pep Nu! is een eenmalig magazine van 96 pagina’s (100 pagina’s als je de coverpagina’s meetelt), “voor iedereen die vroeger Pep las”. Het uitgangspunt is: “Wat zou er in Pep staan als het nu gemaakt zou worden! Dat wil zeggen: veel avontuur, veel verrassing, een beetje poëzie en een flinke dosis spot.” Apeldoorn wilde het vullen met gloednieuwe strips van tekenaars die ooit voor Pep hebben getekend, erin hebben gedebuteerd en tegelijk van stripmakers die toen nog niet geboren waren. Ook voor wie minder of niet vertrouwd is met Pep krijgt waardevol vertier krijgen door nieuw werk te kunnen lezen van een imposant lijstje stripmakers.
Dat lijstje bestaat uit onder meer Martin Lodewijk, Daan Jippes, Dick Matena, Frits van der Heide, Hanco Kolk, Uco Egmond, Jan van Haasteren, Robert van der Kroft, Henk Kuijpers, Fred de Heij, Thé Tjong-Khing, Irene Berbee, Eric Heuvel, Milan Hulsing, Willem Ritstier, Hisko Hulsing, Erwin Suvaal, Paul Teng, Marcel Gotlib, Elianne Gerrits, Rob Derks, Romano Molenaar, Menno Wittebrood, Luca Salvagno, Robbert Damen, Michiel Offerman, Erik Kriek, Remco Polman, Wilfred Ottenheijm, Roel Venderbosch, Bob op ’t Land, de Franse auteur Alexis…
Alle nieuwe verhalen houden verband met de oude Pep. Zo tekende Fred de Heij een moderne piratenstrip (Roodbaard was een van de reeksen uit Pep), Paul Teng bereidde een indianenverhaal voor met een twist. Milan Hulsing leverde een kort verhaal in de traditie van Corto Maltese, enzovoort. Bovendien zijn er nieuwe korte verhalen te lezen van Agent 327, Johnny Goodbye en Cocco Bill die in Pep zijn groot geworden.
Voor de financiering van deze eenmalige comeback werd een succesvol crowdfundproject gelanceerd. De uitgave verschijnt in softcover (19,95 euro), hardcover (29,95 euro) en een special van 39,95 euro.
Wekelijks tekent Bart Schoofs een gag voor het weekblad Knack. Dit is een nieuwe bundeling van 56 pagina’s. Op de achterflap staat onderstaande boodschap van Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
“Ze luchten op, de tekeningen van Bart Schoofs. Ze bewijzen dat het allemaal niet onopgemerkt is gebleven: de kneuterigheid, de helaasheid, de kleine berekeningen tegen beter weten in. Schoofs geeft de banaliteit kleur, schildert onze tekortkomingen groen en viert de grap van het bestaan, zonder pointe, vanzelfsprekend. Doe uzelf een cadeau en lach, onhoorbaar of uitbundig.”