“Migali is aangenomen op de prestigieuze Koninklijke Academie! Schermen, klassieke dans en hardlopen voor eenhoorns — kortom, een compleet programma dat past bij haar opleiding tot toekomstig vorstin. Dankzij haar malle streken en haar talent voor het veroorzaken van kleine rampen zal Migali zeker een onuitwisbare indruk maken op de hele klas.”

“Paul en Wolfgang ontmoetten elkaar in erg bijzondere omstandigheden. Paul was een van de 177 Fransen die op 6 juni 1944 met het Kiefer-commando zouden ontschepen in Ouistreham, om Frankrijk te helpen bevrijden. Wolfgang was Duitser, en in alles zijn tegenpool. Die dag kruisten hun wegen elkaar, maar enkele jaren later brengt een samenloop van omstandigheden hen weer bijeen en worden ze vrienden. Dit album volgt het spoor van Paul en het Kiefer-commando bij de bevrijding van Ouistreham, vanaf de eerste voorbereidingen van de ontscheping en de Horsa-zweefvluchten bij de Pegasus-brug. Intussen is Hélène, Pauls latere vrouw, studente in Caen, en door haar ogen zien we hoe haar stad wordt bevrijd.”

“De kunstmatig opgeworpen aanlegplaats Arromanches droeg als codenaam Mulberry B. Jimmy, burgerlijk ingenieur gespecialiseerd in havenwerken, was er nauw bij betrokken vanaf het ontwerp in Engeland tot de grote storm die haar grotendeels verwoestte voor de Normandische kust. Het hele verhaal schreef hij neer in een boek dat kort na de oorlog op kleine schaal is uitgegeven. Als ooggetuige van deze buitengewone onderneming, die het verloop van de hele ontscheping mee zou bepalen, vertelt hij over de hardnekkigheid van de soldaten, het menselijke vernuft, maar ook over de zeevissers uit Port-en-Bessin die de constructie hielpen heropbouwen toen de hele operatie verloren leek. 42 Jaar later zien we de jonge Engelse Linda, die in het oorlogsmuseum van Arromanches Jimmy’s boek leest en zich zo bewust wordt van het belang van die historische getuigenissen, die haar tegelijk helpen om haar eigen familiegeschiedenis beter te begrijpen…”

Uitgeverij Kennes geeft in zowel het Nederlands als Frans het one-shot Nello en Patrasche uit. Het is een nieuwe stripbewerking naar de roman A Dog of Flanders van de Britse schrijfster Marie Louise de la Ramée (alias Ouida) uit 1872. De oorspronkelijke roman ging de wereld rond en lokt nog steeds toeristen naar Antwerpen en Hoboken waar het verhaal zich hoofdzakelijk afspeelt. Het Vlaamse duo Griffo en Marc Legendre, die elk op een eiland van de Canarische Eilanden wonen en zelf afkomstig van Antwerpen zijn, bundelden de krachten voor deze nieuwe versie. De inkleuring van de 104 pagina’s dikke strip is verzorgd door Shirow Di Rosso (De Kronieken van Amoras, Galaxa).

De voorstelling van de uitgeverij: “1869. Tijdens een van de soirees in haar hotelkamer vertelt Marie Louise de la Ramée, beter bekend onder haar schrijversnaam Ouida, aan collega-auteurs over haar reis naar Antwerpen. Want die heeft indruk gemaakt en leverde stof op voor een verhaal. Omdat het geen Charles Dickens mag worden (hij romantiseert ellende en maakt van narigheid kolder) wordt Ouida’s relaas over een klein kereltje met zijn hond onversneden en sec. Een verhaal dat zichzelf vertelt… Griffo liep jarenlang rond met het idee om een realistische strip te maken over Nello en Patrasche, waarin de focus zou liggen op de ontluikende scheepsindustrie en de teloorgang van het boerenleven.Griffo vroeg Marc Legendre om het scenario te schrijven. Beide auteurslaten in Nello en Patrasche een ander aspect van hun talent zien en brengen hulde aan Ouida en Een Hond van Vlaanderen.”

Fun fact: voor de Franse cover werd de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal vervangen door een fabriek. De kathedraal wordt voor Franse lezers als te religieus ervaren. De ingreep betreft enkel de cover, in de strip zelf is het gebouw volop te zien.

Het universum van De Incal, bedacht door Fransman Jean Giraud alias Mœbius en Chileen Alejandro Jodorowsky, gaf doorheen de decennia aanleiding tot enkele afgeleiden en heruitgaven. Een overzicht kan je hier terugvinden.

In 1989 startte de zesdelige prequelcyclus De Jeugd van John Difool in vertaling in Oberons Auteur Reeks. Deze reeks speelt zich voor de gebeurtenissen in De Incal af en is getekend door Zoran Janjetov, die tevoren al de delen 5 en 6 van De Incal inkleurde. Vanaf 1991 trad Big Balloon als uitgever op. Deze albums zijn al geruime tijd uitverkocht. Sherpa brengt de complete prequel nu uit in dezelfde uitvoering op groot formaat als hun recentste integrale van De Incal en andere albums van Mœbius en Blueberry door dezelfde tekenaar. De integrale telt 304 pagina’s in kleur en kost 75 euro. Er is ook een luxe editie met goudfoliestempel en gesigneerde prent (99 exemplaren, 99 euro) en een ultra limited edition met goudfoliestempel en gesigneerde leporelloprent (slechts 35 exemplaren, 150 euro).

De voorstelling van Sherpa: “De avonturen van John Difool zijn voor het eerst verteld in de onbetwiste sf-klassieker De Incal , gemaakt door twee visionaire auteurs: Mœbius en Alejandro Jodorowsky. Hoe heeft het zover kunnen komen? Was het echt allemaal toeval? Of was John Difool, de onwillige held van deze saga, voorbestemd om de redder van zijn wereld te worden? In de dystopische, gewelddadige en liefdeloze samenleving van Terra 2014 ziet het ernaar uit dat hij altijd een betekenisloze sukkel zal zijn. Zonder veel talent, maar met wat geluk (en enige hulp van hogere machten) weet hij zich echter op te werken tot  privédetective Klasse B. Op zijn avontuurlijke missie maakt hij kennis met immorele aristo’s, roboflikken, corrupte technotechno’s, anarchopsychoten, gebochelden, mutanten en dieven, en wordt daarbij door iedereen gemanipuleerd en misleid. Gelukkig leert hij ook de ware liefde kennen… om er meteen weer in te worden teleurgesteld. Ondanks alle bizarre plotwendingen leidt de strijd tegen het kwaad hem echter onmiskenbaar richting zijn lotsbestemming… Voor de Incal is sciencefiction op zijn allerbest, ontsproten aan de ongebreidelde fantasie van Jodorowsky en meeslepend in beeld gebracht door Zoran Janjetov.”

De samenwerking tussen Terry Dodson en Kevin Smith (ook bekend als filmmaker) voor de samenwerking tussen Spider-Man en Black Cat loopt in dit deel af.

“De mysterieuze verdwijning van een oude vriend brengt Felicia Hardy, de Black Cat, op zoek naar antwoxorden naar New York. Een zekere webslingerende ex-geliefde van haar volgt hetzelfde spoor. Hoe lang duurt het voordat ze hun kennismaking vernieuwen?”

Corentin Rouge heeft het striptekenvirus van zijn vader Michel Rouge overgenomen. Hij publiceerde al geweldig goede strips als Juarez, Milan K., Rio, een album van XIII Mystery en hij werkt momenteel aan een dik one-shot van Thorgal op scenario van Fred Duval. Net zoals Juarez is Sangoma een gruwelijke thriller waarvoor Rouge in zee gaat met scenarist Caryl Férey, die ook Maori heeft geschreven.

“Twintig jaar na het afschaffen van de apartheid, worstelt Zuid-Afrika nog steeds met de littekens van het oude systeem. Er is nog steeds ongelijkheid en de bevolking is verdeeld tussen blanke eigenaren en zwarte arbeiders. Als de zwarte Sam dood wordt aangetroffen op de wijnmakerij van Pienaar, zijn werkgever, moet luitenant Shepperd de problemen begrijpen die hebben geleid tot de tragedie. Het onderzoek wordt al snel verwarrend door de diverse conflicten, familiegeheimen, hekserij en de verdwijning van een peuter in de buurt.”

“De Tijger van Mompracem is oorspronkelijk het derde deel van de cyclus Piraten van Maleisië van de Italiaanse schrijver Emilio Salgari. Verslagen tijdens een mislukte zeeslag tegen de Engelsen, strand de gewonde piraat Sandokan, op het eiland Labuan voor de kust van Borneo. Daar wordt hij opgevangen en verzorgd door de Britse gouverneur Lord Guillonk, die hem niet als een vijand ziet. Sandokan wordt verliefd op Marianne, het nichtje van de gouverneur, en vlucht met haar naar haar huis, het eiland Mompracem…”

De albums die Anspach in vertaling uitgeeft, zijn allemaal strips die een stukje Belgische geschiedenis op de voor- en/of achtergrond bieden. Van de avonturen van Katleen van Overstraeten zijn al vier albums verschenen: Glimlach 58, Leopoldstad 60, Brussel 43 en Inno 67. Het duo Baudouin Deville en Patrick Weber werkt aan een nieuw verhaal. Deze laatste heeft voor Olivier Wozniak een ander historisch gesitueerd verhaal geschreven. Oostende 1905 is een puur detectiveverhaal waarin koning Leopold II en kunstschilder James Ensor meespelen. Wozniak kennen we nog van de reeks Alice en Leopold, die zich in het door België gekoloniseerde Congo afspeelt, en De Sterrenjagers, beide verschenen bij Dupuis. Hij was ook de kandidaat om de nieuwe avonturen van Rik Ringers te tekenen, maar de voorkeur ging uiteindelijk uit naar Simon Van Liemt.

“Oostende, 1905. De badplaats bruist van de activiteit. Koning Leopold II arriveert al snel in de kuststad. De sjah van Perzië, Mozaffar ed-Din, zal de gast zijn van zijne majesteit. De afgezant van de sjah werd vermoord in zijn suite in het Royal Palace Hotel. Vlak voor de aankomst van de koning werden tientallen makrelen voor het koninklijk chalet gedumpt! Het geschenk ging vergezeld van een pamflet gericht aan de ‘hoerenmadam’ van de koning, Blanche Delacroix. In sommige kringen was de minnares van de koning, die zwanger was van hun eerste kind, niet erg gelukkig met haar bezoek aan Oostende. Het verblijf van de koning in Oostende belooft riskant te worden! Politiecommissaris Hendrikus Ansor is belast met het onderzoek. Hij zal zowel op onderzoek gaan naar de prestigieuze plekken waar de koning gewoonlijk toeft als de minder glamoureuze plekken achter de schermen in Oostende. Onnodig te zeggen dat de koning deze puinhoop een paar dagen voor de komst van de sjah niet waardeert.”