Debuutalbum van zowel tekenaar Yann Valéani als scenarist Nicolas Jean dat in het Frans in 2014 en 2016 als een tweeluik verscheen. Silvester geeft het uit als een dubbeldik one-shot.
“Caldoria: een planeet vol rotsen en zand, lichtjaren verwijderd van de Aarde. Onder leiding van de Iawhé, een kunstmatige intelligentie, kwamen de machines in opstand. De mensheid werd bijna volledig uitgeroeid. Een jaar na de opstand ontmoet Stan, een jonge overlevende die ver van de stad woont, een zelfstandig opererende robot met een mysterieus doel… Zal het duo erin slagen om de loop van de geschiedenis te veranderen?”
“Dat er in de politiek af en toe iets fout , is een open deur. Waar alles wel steeds mooi op zijn plaats valt, is in de wereld van Zaza. Als huiscartoonist van De Morgen verknipt Zaza de Belgische en internationale politieke warboel tot harmonieuze plaatjes. In deze beeldige kroniek brengt Zaza de belangrijkste gebeurtenissen van de voorbij zes jaren samen. Of het nu het jaar van de federale verkiezing was, het jaar van corona of het jaar van Poetin, Zaza is er steeds in geslaagd om onze moed — die ons bij het lezen van het reguliere nieuws wel eens in de schoenen zakte — hoog te houden. Het beste medicijn tegen bitterheid is de lach, dat heeft de tekenaar goed begrepen.”
In het Frans verschijnen de complete verhalen als tweeluiken in twee albums. Silvester bundelt deze echter als dubbeldikke one-shots waardoor je het complete tweeluik telkens in één enkel album te lezen krijgt. Voor het tweede verhaal neemt tekenaar Gess het over van Stevan Subic die het vorige album heeft getekend. Het schrijversduro Fred Duval en Jean-Pierre Pécau blijft op post. Samen scherende onder meer de uchroniereeks Uur U en de seriemoordenaarsthriller Wonderball.
“Parijs 1900. Terwijl de Wereldtentoonstelling de goegemeente in vervoering brengt vindt op de Trocadero esplanade de finish van een wereldwijde ballonrace plaats. ‘s Avonds arresteren Holmes en Watson een dief die goed geboerd heeft in alle steden waar de race halt gehouden heeft. Bij zijn ondervraging door de politie blijkt de crimineel meerdere persoonlijkheden te hebben. Dokter Sigmund Freud wordt te hulp geroepen…
In deze reeks wordt in ieder deel een andere moment uit onze grillige geschiedenis belicht. Inclusief stofomslag en dossier met achtergrondinformatie. In het Frans bestaan er al drie delen sinds 2021. Jean-Pierre Pécau (De Verborgen Geschiedenis) is de vaste scenarist. Elk album is getekend door een andere tekenaar.
“Nikolaï Bystrov belandt op negentienjarige leeftijd in 1983 in Afghanistan, waar de oorlog met Sovjet-Rusland in volle hevigheid woedt. Als de moedjahedien hem te pakken krijgen, is Nikolaï zeker dat hij gaat sterven. Hij wint het vertrouwen van commandant Massoud, en wordt zelfs diens persoonlijke lijfwacht. In 1995 keert Bystrov terug naar Rusland. Hij zal het zichzelf nooit vergeven dat hij Massoud in de steek heeft gelaten: de commandant komt om bij een aanslag twee dagen voor 11 september 2001.”
“Chad Bilyeu groeide op in Cleveland, Ohio, USA. Als jongvolwassene verhuisde hij naar Washington DC waar hij kennismaakte met de drugsscene. In 2009 verkaste hij naar Amsterdam. Sinds een aantal jaren schrijft hij verhalen over zijn nieuwe thuis, die hij laat illustreren door ‘fellow artists’. De eerste zes delen werden door hemzelf los verkocht. Maar nu worden ze, met extra materiaal, samen als hardcover gebundeld bij Scratch (Engelstalig).”
Celestin de Maneslikker is een dubbeldik verhaal geschreven door Wilfrid Lupano (Krasse Knarren, Alim de Leerlooier, De Engelsman die niet van Vuurwapens hHudt) en getekend door Yannick Corboz (Verhoeven Brigade, De Rivieren van het Verleden). Samen maakte het duo al de vierdelige reeks Moordenaar op Maat.
“Celestin, klaploper en dromer, werd achtergelaten bij zijn geboorte maar is rotsvast overtuigd van zijn nobele afkomst, en vastbesloten zijn plekje in de hogere kringen te heroveren. Daarvoor ziet hij maar een manier: trouwen met een hooggeboren erfgename. Na verschillende kortstondige avontuurtjes met adellijke jongedames heeft hij er zijn buik van vol om steeds maar als vluchtige bedgenoot en nooit als toekomstige echtgenoot te worden aanzien, en richt hij zijn pijlen op niemand minder dan prinses Pimprinula, de dochter van de koning.”
Bij een reeks zoals De Killer ben je toch wel steeds geneigd om het nieuwe album ter hand te nemen, want ontegensprekelijk ben je benieuwd hoe het verder afloopt. Het leven van de killer blijft immers hoogst ongewoon en spannend. Sinds Staatszaken deel 4 is er eigenlijk een nieuwe cyclus gestart waarin killer Denis als een eenzaat teruggetrokken leeft in een mooie chalet in de Franse Alpen en van daaruit de opdrachten uitvoert. Of dit een cyclus wordt in drie delen of meer, is niet geweten.
Hij krijgt zoals eerder de opdrachten van Barbara, die als tussenpersoon de wensen van de onbekende leiding doorgeeft. Ze hebben regelmatig in levenden lijve contact. Ze beginnen daarbij elkaar zelfs persoonlijke weetjes te vertellen, maar er is nog geen romance ontstaan. In dit album komen enkele hooggeplaatste figuren in het vizier die blijkbaar verantwoordelijk zijn voor internationale mensensmokkel en seksueel misbruik van minderjarigen. Opvallend, bij de killer wordt zelfs voor het eerst een emotionele snaar geraakt bij mishandeling van kinderen. De geviseerde leiders worden echter goed afgeschermd door professionele lijfwachten zodat opdrachten tot liquidatie alsmaar riskanter worden. Barbara begint evenwel ook op het terrein haar medewerking te verlenen zodat ze elkaar beiden als een team ondersteunen om een opdracht te kunnen uitvoeren.
Het is nog steeds het duo Luc Jacamon (tekening/inkleuring) en Matz (scenario) dat instaat voor deze reeks waarvan het eerste album, Schot in het Duister, verscheen in 2000. Het huidige album is in feite het achttiende album van De Killer. In vergelijking met het eerste album had de killer toen een meer uitgesproken menselijke gelaatsuitdrukking, een dikkere haardos en zelfs een baardje. Ondertussen heeft hij een sober gestileerd en gevoelloos gelaat gekregen met een strakke haartooi.
Het is een vast stramien geworden in de cyclus Staatszaken dat naast een tweetal liquidaties per album er bij de opbouw van het scenario enig gefilosofeer te lezen is over hoe het toch allemaal fout is gelopen in de wereld, met de heerszuchtige mensheid, en hoe onder andere autoritaire en corrupte regimes zijn ontstaan. Dat lijkt soms wat overbodige achtergrondinformatie die voor mij niet hoeft — de lezer is wijs genoeg — maar waardoor men de acties van de killer ietwat wil rechtvaardigen. De killer wordt zo bijna een idealistische bestrijder van onrechtvaardige en misdadige toestanden waartegen justitie en gerecht machteloos blijken te staan. De killer hoeft voor mij geen witte ridder te worden.
Er zijn al verschillende cycli gecreëerd rond het personage de killer en misschien wordt het stilaan tijd om deze reeks na bijna vijfentwintig jaar in schoonheid te laten eindigen.
Terwijl intussen heel wat aangekondigde samenwerkingen voor de spin-off Thorgal Saga bekend zijn geraakt, loopt de hoofdreeks gewoon verder met Fred Vignaux en Yann aan het roer.
“Thorgal heeft eindelijk de legendarische rots met de duizend ogen van de godin Skaedi gevonden. Wil hij Jolan en Borealis redden, dan moet hij een stuk van de mysterieuze steen uit Asgard bemachtigen en terugbrengen naar zijn wereld. Maar hij is gebeten door een rode adder en zit vast in een ondergronds doolhof. Het sterrenkind zal de hulp van een jonge slangenbezweerster goed kunnen gebruiken, als hij een kans wil hebben om de strijd tegen Odin te winnen.”
James Sullivan heeft groot nieuw. Niet Chicago, maar Saint Louis krijgt de eer om als allereerste stad buiten Europa de Olympische Spelen te organiseren. In pure Trump-retoriek wil Sullivan er de grootste, beste en strafste spelen van maken. Met eigen reglementen die ervoor moeten zorgen dat Europeanen of andere niet-Amerikanen geen kans meer maken. Enkel de stoere Amerikaan mag en kan winnen. En zo geschiedde. De spelregels worden aan niet-Amerikanen nauwelijks uitgelegd waardoor zelfs de meest gespierde vreemdeling geen kans maakt op medailles. Er komt natuurlijk wat gemor. Voor het iconische nummer van de marathon mogen niet-inheemse lopers plots wel meedoen, maar winnen zal er ook voor hen niet inzitten. Daar zal de jury wel voor zorgen. Om de spanning nog wat te verhogen zal er maar één drankmoment zijn, is wat doping mogelijk en moeten de amper tweeëndertig lopers zelf de weg zoeken die hen langs amper een handvol controleposten leiden. Om de beste atleten toch wat zekerheid te bieden, zal een auto voor hen uitrijden. Op de kurkdroge wegen van het bloedhete Missouri zorgt net dat opgewaaide stof voor interne bloedingen en extra uitdroging. Zo werd de marathon van Saint Louis één grote klucht. Een groteske klucht.
Dat is ook hoe scenarist Kid Toussaint (40 Olifanten, Animal Jack, Holly Ann,…) de strip heeft opgevat. De Marathon van de Eeuw is één grote, burleske strip geworden in de stijl van Buster Keaton, Harold Lloyd of The Marx Brothers. Het bulkt van slapstickmomenten waarvan de meeste daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Tekenaar Jose Luis Munuera (Robbedoes en Kwabbernoot, Zwendel, De Campbells, een sliert one-shots en tweeluiken) is de geschikte man voor dit werk. Hier kan hij ongegeneerd ledematen uitrekken om een maximaal effect op te wekken. Je ziet zo de pagina’s voor je als enkele lopers achtervolgd worden door razende honden. Klasse. Elk prent is overdreven, maar toch bieden ze als geheel op de pagina’s koesterprentjes. Een perfecte casting heet zoiets.
De Marathon van de Eeuw kon een hilarische strip geworden zijn. Helaas schort er iets aan de scenario-opbouw. Om een of andere reden begint Toussaint met de atleten via korte verhaaltjes zichzelf voor te stellen. Het ene hoofdstukje is al relevanter dan het andere. Voor ons had die extra achtergrond gerust tijdens het lopen onthuld kunnen worden. Nu is de strip al halfweg alvorens de race start. Pas na het startschot mengen de personages zich en ontstaat de betere situatiehumor. Helaas wordt ook die kaart niet ten volle uitgespeeld. Je twijfelt nog te veel tussen lachen, uitlachen of medelijden hebben met de lopers. Hé, die gasten hebben wel de moeilijkste marathon ooit gelopen, waar Toussaint ons geregeld aan herinnerd. Ondanks de vooraf duidelijk gemaakte keuze om er een burleske slapstickstrip van te maken, durven de auteurs niet all the way te gaan. Hierdoor valt dit one-shot uiteindelijk tussen wal en schip.
De Marathon van de Eeuw zet slapstickgewijs de slechtst georganiseerde marathon ooit op papier. Toptekenaar Munuera gooit alle ledematen in het rond, maar wordt in zijn groteske missie onvoldoende gesteund door een echt doorwrocht scenario. Het resultaat is een brede glimlach in plaats van de beoogde schaterlach. Marathongoud zit er hierdoor niet in, maar brons blinkt ook.
Vervolg op De Kármánlijn van Philippe Francq en Eric Giacometti, tevens ook het slot van het tweeluik.
“Terwijl Largo en de grillige ondernemer Jarod Manskind een orbitale vlucht maken, nemen de antiglobaliseringsactivisten van WeBlue de controle over de shuttle over en sturen hem richting aarde! Largo, die net de activiteiten van zijn groep aan het heroriënteren was naar meer ethische ondernemingen, zal geen tijd hebben om zijn fantastische project te voltooien, dat onder andere het sluiten van een Indonesische tinmijn inhoudt waar kinderen werken… Simon Ovronnaz ontdekt geleidelijk aan dat deze mijn omgeven is door grote financiële en politieke belangen.”
Anderhalf jaar geleden kregen we bij de voorstelling van honderd jaar Dupuis te horen dat de (on)verwachte comeback van een van de grootste striphelden ooit een feit was. Guust Flater is back. Onze favoriete jeugdtekenaar Delaf — zijn Mooie Navels moest je al lang in huis hebben — was de gelukkige die Guust mocht reanimeren. De Canadees kreeg zelfs ruim één jaar de tijd om de stijl van Franquin helemaal onder de knie te krijgen (Didier Conrad kreeg voor zijn eerste Asterix maar enkele maanden). Om ons te overtuigen kregen we in avant-première de eerste twee gags van de nieuwe Guust te zien. Het lukte niet. Een grap rond een AI-phone en iets rond een parkeermeter.* Pfff, ronduit flauw. Wat volgde, was een heuse soap. Na juridisch getouwtrek mocht het album niet verschijnen van de dochter van André Franquin. Uiteindelijk kon de morele erfgename zich wel vinden in de Guust van Delaf. De persen konden niet snel genoeg 800.000 exemplaren drukken. Maar net zoals de jongste Asterix werd het album vooraf niet gelost onder de pers. Deze werd enkel bewerkt met wat algemeenheden. Hmm. Nog voor het album te koop werd aangeboden, was de perceptie op sociale media bij Franquin-adepten ronduit negatief. Een boude suggestie om via AI het album te laten maken, werd zelfs positief onthaald op een Frans forum. Soit, ook wij hadden lage verwachtingen, weinig hoop en geen zin om ons geld eraan te besteden, maar onze hoofdredacteur vroeg heel nadrukkelijk om een bespreking, ongeacht het (voor)oordeel. En wie zijn wij om hem iets te weigeren? Vandaag kochten we netjes het album bij onze stripboer.
De eerste pagina’s zijn doorslagjes van klassieke Franquin-grappen met tal van usual suspects, zoals de Flaterfoon, de bowlingbal en de schreeuwmeeuw. Grafisch doet Delaf het best aardig. Enkel zijn oogjes laten nog iets zien van zijn eigen unieke stijl. Een opsteker is alvast dat men er doelbewust voor heeft gekozen om in de jaren 1970 te blijven. Er wordt gepaft op de redactie. Men werkt nog met films en drukplaten. Contracten moeten nog fysiek ondertekend worden. Zalig. Een actuele Guust zou vandaag nooit een assessment, functionerings- of evaluatiegesprek overleven. Het teruggrijpen naar de gouden periode biedt Delaf zelfs de kans om actuele zaken, zoals een elektrische fiets, over te plaatsen naar de jaren 1970 en Guust die te laten uitvinden. Tof. Maar vanaf pagina 14 verandert er iets fundamenteels. De nevenfiguren komen plots tot leven. Juffrouw Jannie flirt onbeschaamd met haar grote geliefde. Pruimpit gaat er volledig onderdoor en wordt tijdelijk vervangen door Kwabbernoot. De beste vondst is om een van Guusts obscure maten, een derderangstekenaar, dagelijks de Dupuis-redactie te laten stalken met zijn abominabel tekenwerk. En dan plots, net over de helft, recycleert Delaf het trucje waarmee zijn Mooie Navels groot geworden is: de gags lopen gewoon door. Elke paginagag biedt dus directe inspiratie voor de volgende gag. Die reeks wordt maar af en toe onderbroken voor een klassieke gag. De hoogtepunten volgen elkaar nu snel op. Aparte prentjes zorgen steeds vaker voor een luide lach. Wie kan er immers onbewogen blijven als Krasser in allerijl een beschadigde plaat van Franquin probeert te restaureren. De hilarische commentaren van de redactie heeft Delaf ongetwijfeld frequent mogen horen. Hoe verder we lezen, hoe sterker de nieuwe Guust wordt. De redactie leeft. De gereanimeerde nevenpersonages slaan aan. De doorlopende gags zijn doorspekt met actuele humor. Dit is echt grappig.
Na een aantal voorspelbare introgags ontploft de nieuwe Guust plotseling. De redactie en haar personages komen ineens tot leven. En als Delaf vanaf dan begint met doorlopende gags, wordt het pas echt hilarisch. De nieuwe Guust is een onverwachte meevaller. Flater slaat echt weer toe. Vet feestje!
In november 2022 verscheen van de door Jean Dufaux geschreven fantasyreeks De Klaagzang van de Verloren Gewesten het tweede album van de cyclus De Sudenna’s die wordt getekend door Paul Teng. In april 2023 volgde eindelijk deel 3 van Béatrice Tilliers cyclus De Heksen. We vallen niet zonder nieuwe albums en Tillier kan weer gerust haar beurt afstaan, want hier is al het derde deel van De Sudenna’s.
De inhoud: “Wordt Het Kwaad het best belichaamd door de afschuwelijke ogen van de Niddhog, door het dappere hart van Sioban, koningin van de Sudenna’s, of door de engelachtige gelaatstrekken van Aylissa? Vaak kiezen monsters onverwachte wegen en nestelen ze zich in de meest onschuldige geesten. Sioban begrijpt dit maar al te goed. Elke dag raakt haar nicht Aylissa een beetje meer verstrikt in een verraderlijke wreedheid en dorst naar macht. De jonge vrouw gebruikt haar vindingrijkheid en listen om haar doel te bereiken. Ze gaat zelfs zo ver dat ze de fitchell gebruikt, een voorouderlijk wapen dat door de heksen zelf is gemaakt. Hoewel Aylissa geweld gebruikt, aarzelt ze niet om haar prooi op subtielere en kwaadaardigere manieren aan te vallen. Zo is Sioban al snel getuige van de ondergang van haar trouwe Seamus. Hij zinkt weg in een hallucinante waanzin waaruit hij niet lijkt te kunnen ontsnappen. Kan de koningin van de Sudenna’s het verdragen om haar vriend gelyncht en… ter dood gebracht te zien worden? Meer dan ooit zal de heldin van De Klaagzang van de verloren Gewesten het hoofd moeten bieden aan haar demonen…”
Na heel wat andere projecten en nogal veel vet betaalde opdrachttekeningen voor fans werkte Enrico Marini de voorbije jaren gelukkig weer aan het vervolg van De Adelaars van Rome. Deel 5 dateert van 2016. Volgens oudere informatie is deel 6 de start van een drieluik. Deel 6 is een extra dik album van 88 pagina’s. Daarover wist hij te vertellen: “Ik had oorspronkelijk 82 pagina’s gepland, maar heb uiteindelijk besloten drie pagina’s met orgieën te schrappen om er een serieuzer album van te maken. En om al te antwoorden aan sommigen: nee, ze komen niet in een speciale editie, bende onverlaten!”
Daarnaast heeft hij ook al gewerkt aan een scenario voor een one-shot van De Schorpioen dat los zal staan van de huidige albums van nieuwe tekenaar Luigi Critone en Stephen Desberg. Dat one-shot wil hij zelf schrijven en tekenen.
Over De Adelaars van Rome deel 6: “De Adelaars van Rome zijn terug, met hun zoektocht naar macht, wreedheid en persoonlijke ambities. Keizer Augustus leeft niet meer. Nu is het de beurt aan Tiberius om over Rome te heersen. Aan zijn zijde wordt Seianus verondersteld hem te helpen zijn heerschappij over de Eeuwige Stad te vestigen. Maar de grootsheid van Rome is broos. Achter de schermen wordt een complot beraamd. De zeven samenzweerders noemen zichzelf de ‘Liberatores’ — de bevrijders. Seianus is één van hen en hij rekent op de mooie Morphea om zijn doel te bereiken. Arminius daarentegen droomt ervan om de trotse stad te onderwerpen aan het gezag van zijn Germaanse volk, de Cherusken. Marcus, zijn bloedbroeder en jeugdvriend, heeft gebroken met Arminius omdat hij hem verraad aan Rome verwijt. Hij heeft maar één obsessie: het vinden van zijn zoon…”
Dit jaar is het zestig jaar geleden De Zwarte Smurfen, het eerste album van De Smurfen, verscheen. In hun nieuwste verhaal sluit Gargamel vriendschap met de Smurfen. Het is het eerste volwaardige album van tekenaar Alain Peral, op scenario van Alain Jost en Thierry Culliford.
“Een dramatische wending in de wereld van de Smurfen! Gargamel realiseert zich dat hij op het verkeerde spoor zit: door de Smurfen gevangen te nemen zal hij nooit de Steen der Wijzen kunnen maken. Na een korte maar begrijpelijke depressie besluit de tovenaar een bocht te maken. Hij wil onze blauwe vrienden helpen een nieuw gevaar het hoofd te bieden: Pepijn Paljas, een bioloog die erop gebrand is de Smurfen te bestuderen… met alle middelen die daarvoor nodig zijn. Maar kunnen ze Gargamel wel echt vertrouwen?”
Psychiater Eva Rojas heeft het niet onder de markt. Ze moet op evaluatie bij haar collega, dokter Llop, omwille haar ietwat excentrieke gedrag van de laatste tijd. Hij moet haar mentale gezondheid evalueren en als het even kan haar schorsing als psychiater opheffen. Eenmaal aangekomen hangt er spanning in de lucht. Beiden kennen natuurlijk alle psychoanalytische trucjes. Van zodra je nog maar op z’n Freudshint naar je moeder of vader, hang je. Eva wil absoluut haar licentie terug en is voorzichtig. Eventjes toch. Ze kan het immers niet verhelpen dat ze een chaotische en extraverte vertelster is, haastig ongefundeerde conclusies trekt, een ongeremd seksleven heeft en bovendien altijd gelijk heeft. Altijd. Het feit dat ze bovendien in al haar beslissingen geadviseerd wordt door de geesten van ex-familieleden, helpt haar ook al niet. Misschien had ze dat niet moeten zeggen. Misschien. Om het gesprek wat structuur te geven, vraagt psychiater Llop dat Eva haar voorbije week even overloopt. Rojas vertelt stap voor stap hoe ze door een ex-patiënte, de kleindochter van de puissant rijke wijnbouwersfamilie Monturó, uitgenodigd werd op hun gigantisch buitenverblijf. De grootmoeder die nog steeds leeft, wil haar testament voorlezen en elk familielid mag een adviseur meebrengen. Eva voelt er zich als een vis in het water tussen al deze machtsgeile, gecorrumpeerde, halve psychopaten en getormenteerde modelklanten. Ze amuseerde zich rot… tot die moord werd gepleegd. Eva zou Eva niet zijn als ze niet dacht om in het hoofd van de moordenaar te kruipen en deze zaak eventjes op te lossen. Tot grote ergernis van iedereen, van politie tot familie. Ach, een beetje weerstand werkt altijd prikkelend.
Wie denkt dat deze lange inleiding al het hele boek verklapt, heeft het mis. Dit is enkel de samenvatting van de eerste pagina’s. Voor de opvolger van zijn successtrip Ondanks Alles gooit de Spanjaard Jordi Lafebre (Mooie Zomers, Lydie, La Mondaine,…) het roer volledig om. Nada romantiek. Lafebre heeft een heuse whodunnit geschreven in de traditie van Inspector Morse, Vera en andere Midsomer Murders. Het verstrengelde kluwen van enigmatische personages wordt ook hier netjes ontrafeld en op de spits gedreven. Dit is een kuitenbijter waar je eventjes zoet mee bent. Knap werk. De Spanjaard koos een bipolaire, te energieke, sexy psychiater als hoofdpersonage die dan nog eens in een raamvertelling deze whodunnit aan ons serveert. Dit is veel. Te veel voor bijna iedereen. Gelukkig slaagt Jordi Lafebre erin om dit hyperambitieus project netjes af te ronden. De magische sleutel zit ‘m volledig in de tekeningen. Net zoals een Asterix versterkt Lafebre de intensieve teksten met kleine bewegingen en mimieken. Zo gebeurt er zot veel in elk prentje. Bovendien houden die kleine observaties je als lezer perfect bij de les en de tekst. Toch is dat hele gedoe met de drie geesten voor ons soms op het randje en biedt al bij al weinig meerwaarde. Gelukkig valt ook die keuze door de tekeningen langs de juiste kant. Heel knap gedaan.
Ik Ben Hun Stilte is een hyperambitieuze whodunnit die ondanks een eerder beperkt aantal pagina’s (amper 112 pagina’s) heel netjes landt en zo de hoge verwachtingen inlost. Knap staaltje vakmanschap. De perfecte eindejaarstip voor wie absoluut wil scoren met een strip onder de kerstboom.